Berekent de grootte van een hoek, gedefinieerd door hetzij drie punten hetzij twee vectoren. In het eerste geval wordt de hoek als niet-georiënteerd
beschouwd (i.e. als een hoek waarvan de grootte binnen het interval [0 ; 180] graden valt). In het tweede geval wordt de hoek als een georiënteerde hoek beschouwt en valt de hoekgrootte dus binnen het interval ]-180 ; 180].